B O U R G
O N D I E
waar kunst en cultuur en het goede leven samengaan
Bourgondië vormt
zowat het hart van Frankrijk. Een groot hart! Want met zijn ruim 31.000 km2 is Bourgondië iets groter dan heel België. De
regio telt vier bestuurlijke gewesten of departementen: Yonne, Côte d’ Or, Nièvre en Saône et Loire.
Het glooiende landschap
vol wijngaarden, bossen, weilanden en akkers is buitengewoon mooi en gevarieerd.
De Fransen zelf noemen Bourgondië het land van “L’ art et le plaisir de
vivre”, oftewel ‘het land waar kunst en cultuur en het goede leven samengaan'.
Wie ‘Bourgondië’
zegt denkt immers aan de vele vestingstadjes, de kastelen, de prachtige abdijen, de sobere Romaanse en de rijke gotische kerken…
en natuurlijk ook aan de uitstekende keuken met beroemde wijnen als Chablis, Pommard, Meursault, Clos de Vougeot, Côte de
Nuits e a. Meer dan vijf eeuwen na de legendarische hertogen Filips de Stoute, Jan
zonder Vrees, Filips de Goede en Karel de Stoute, die net als de monniken, niet weinig bijdroegen tot de verspreiding en de
vermaardheid van de Bourgondische wijnen, noemt men een levensgenieter nog steeds een ‘Bourgondiër’.
Wij hebben
altijd een nauwe band gehad met deze landstreek. In 1369 huwde Filips de Stoute immers met Margaretha, dochter van de Vlaamse
graaf Lodewijk van Male.
We geven eerst
wat algemene informatie over de streek. Daarna maken we een grote lus door het gebied. Onze toegangspoort is het stadje Sens
aan de Yonne. In het eerste deel gaat het dan verder over Tonnerre, Auxerre en Clamecy naar Vézelay.
We bezoeken de abdij van Pontigny en de kastelen van St-Fargeau en Ratilly om dan via Avallon
verder zuidwaarts te trekken naar Autun en Mâcon. Onderweg ontdekken we het kasteel van Bazoches en de
machtige burcht van Sully.
Vanuit Mâcon bezoeken
we in het tweede deel eerst Bourg-en-Bresse. Dan rijden we over Solutré, naar Charlieu. We houden even
halt in La Clayette, dat bekend is om zijn originele bebloeming. Er staat ook een kasteel. In het meest zuidelijke
deel van Bourgondië zien we enkele van de vele schitterende en vaak niet minder schitterend gelegen 12de eeuwse
Romaanse kerkjes. We buigen dan af naar het noorden. We komen in Cluny, één van de grote namen in de geschiedenis
van het christelijke Europa. We vervolgen onze weg over het stille Blanot naar Cormatin met het luxueuze
renaissancekasteel in een prachtig park. Via Chapaize en het verrassende Brancion bereiken we het sfeervolle
Tournus met de oude abdij. Over Louhans, waar we de aloude “marché aux vollailles”
bezoeken bereiken we Beaune. Daar is het Hôtel-Dieu de grootste trekpleister. Over Dijon, waar we o.m.
de beroemde ‘Mozesput’ van Claus Sluter gaan bewonderen komen we ten slotte
in Fontenay. Daar, aan het uiteinde van een groene vallei, staat het meest zuivere voorbeeld van een cisterciënzerklooster.