DIAMONTAGE DOOR ODETTE EN ANDRE HAESAERT

De Languedoc-Roussillon is door velen alleen gekend als doorgangsgebied naar Spanje. Jammer ! Want in deze regio is de natuur bijzonder gul geweest: ruw bergland met kloven en scheuren, meren met okerkleurige oevers, een haast maagdelijke kust met stranden en inhammen en bijna overal onmetelijke wijngaarden.

De geschiedenis gaat terug tot zeer ver in het verleden. De ‘mens van Tautavel’, gevonden in de omgeving van Perpignan is 450 000 jaar oud. Later zwierf de neanderthaler door het gebied. Vanaf de 7^de eeuw voor Christus kwamen de Grieken, gevolgd door de Romeinen. Daarna beleefde de streek een roerige tijd met vreemde overheersers zoals de Visigoten en de Saracenen. Pas vanaf de 11de eeuw begint een nieuwe bloeitijd. Tal van kerken en kloosters worden gebouwd, meestal in de sobere Romaanse stijl en men bouwde er ook kastelen, waarvan die van de katharen het landschap op fascinerende wijze blijven domineren. Maar ook dan is het niet alles peis en vree: de strijd tegen de Albigenzen of Katharen beheerst het leven van elke dag. Die strijd zal in de 13^de eeuw beslecht worden in het voordeel van de traditionele kerk.  Daarna zal de regio definitief deel uitmaken van het Franse koninkrijk.

   In het eerste deel van de montage verkennen we de hoofdstad Montpellier. Van daaruit maken we een tocht door de Hérault naar de cirque de Navacelles, Saint-Guilhem en de cirque de Mourèze. We bezoeken ook Pézenas, Béziers, Narbonne en Perpignan. Tussen Narbonne en Perpignan liggen de abdij van Fontfroide en het fort van Salses.

   In het tweede deel trekken we vanuit Per­pignan zuidwaarts naar Elne en naar de kustplaatsjes Collioure en Port-Vendres. Vanaf de kust dringen we door naar het bin­nenland: Saint-Génis, Saint-Martin, Céret. Meer naar het westen komen we in Ille-sur-Têt, Castelnou, de priorij van Serrabone, de abdij Saint-Michel de Cuxa en het stadje Villefranche de Conflent. In het departe­ment van de Aude vervolgen we onze weg over o.m. het geheimzinnige Rennes-le-Chateau, Alet, Limoux en Saint-Hilaire naar Carcas­sonne. Het zuiden van de Aude is het land van de katharen. De machtige burchten, waarvan de heren het kathaarse geloof aanhingen werden hun toevluchtsoorden. We bezoeken Quéri­bus, Peyreper­tuse, Termes , Puylaurens, Puivert, Montségur en Mon­taillou.